Hondenbaan

Elke ochtend na de wandeling vertrekt Job naar zijn werk. Voor het hek van zijn huis kijkt hij de baas nog even aan, en rent dan weg. Om de hoek is het bejaardenhuis, en daar brengt hij zijn dagen door. Hij is gezelschapsheer, etensrestjesopruimhulp en bewaker van de tuin. In het bejaardenhuis wordt hij Willem genoemd. Het maakt Job niet uit, voor eten luistert hij naar elke naam.

Voorheen werd de baas gebeld dat Willem kon worden opgehaald, tegenwoordig wordt hij aan het einde van zijn werkdag buiten het hek gezet. Zodat hij zelf weer naar huis kan lopen.

Thuis hoeft hij zijn brokjes niet. Na een dag werken zit zijn maagje vol. Door zijn werk is hij tonnetje rond geworden en zijn adem ruikt niet zo best. De etensrestjes doen hem geen goed. Maar voor een leuke baan moet je iets over hebben!

Job is moe. Hij helpt als het nodig is nog wel mee aan het bewaken van zijn eigen huis, maar het liefste gaat hij slapen. Morgen weer een drukke dag!