Naar het asiel

Soms besluit een hondeneigenaar dat het beter is om een ander huis voor de hond te zoeken. Om redenen die heel legitiem kunnen zijn. Maar dat wil niet zeggen dat het ook een makkelijke beslissing is. Hieronder het verhaal van een eigenaar die helaas haar hond naar het asiel moest brengen.

Afstand doen van Jazz was afschuwelijk. Jazz was geen makkelijke pup, en toen ze – ons 2e kind was net 4 maanden – mijn broer beet, konden we niets anders dan haar afstaan. Het was te gevaarlijk. We hebben 2 gedragstherapeuten op bezoek laten komen, cursussen, alles, maar het is ons helaas niet gelukt om vertrouwen te krijgen.

Toen we haar naar het asiel brachten heb ik alleen maar zitten snikken daar. Ze was zo braaf en keek me aan met zo’n blik “maar waarom toch?”. Als ik dit zo schrijf schiet ik weer vol. Na een paar weken belde mijn zus het asiel om te vragen of ze al was opgehaald want we hoopten zo dat ze een tweede kans zou krijgen bij een nieuw baasje. Ze zeiden dat ze een goed huis gevonden had, maar we wisten niet of ze dat zeiden om ons gerust te stellen of niet. Meer info kregen we niet. Begrijpelijk natuurlijk, maar altijd als we langs het asiel reden, dan kreeg ik buikpijn. Hoe zou het met haar zijn, zou ze echt een baasje hebben gevonden die haar wel aankon? We waren heel bang dat ze van baas naar baas zou gaan en dat verdiende ze niet. Maar bij ons ging het echt niet. Ik was op het laatst zo bang voor haar.

Soms is de match tussen baas en hond niet goed. En als dat leidt tot angst of risicovolle situatie, is het uiteindelijk beter dat de hond een baas vindt waarmee een superklik is. Gelukkig is dat met deze hond gebeurd.

Hondenschool

Ik ben verbijsterd. Ik kan niet geloven dat dit nog steeds zo gebeurt…. Een klant traint bij een hondenschool in de buurt, waar ze trainingsmethoden uit de middeleeuwen gebruiken. De zit wordt aangeleerd met duwen op de kont, de lig met staan op de lijn en gewoon steeds strakker trekken zodat de hond wel móet gaan liggen…. Ligt de hond niet op 1 bil, dan krijgt hij een por zodat hij gaat verliggen. Met snoepjes trainen mag niet, een tuigje gebruiken mag niet, en zo zijn er ongetwijfeld nog veel dingen die niet mogen.

Om te demonstreren hoe het voelt, vraag ik de eigenaar om te gaan zitten. Vervolgens geef ik steeds een por. Het kwartje valt. Natuurlijk vindt de hond het op deze manier niet fijn om te gaan liggen. Door de manier van trainen zijn andere dingen aangeleerd dan de bedoeling is. De hond deinst achteruit als een hand zijn richting uit komt, hij is vaak gegrepen omdat hier komen een moeilijk punt is voor hem. Meelopen aan de lijn is lastig, de hond zoekt steeds het einde van de lijn op. Misschien omdat hij dichtbij de baas risico loopt op een correctie, misschien omdat andere prikkels altijd belangrijker zijn, misschien om een andere reden.

Gelukkig staat de klant open voor een andere manier van trainen. Belonen met lekkers en een speeltje werkt heel goed. De hond kan niet wachten om naar de eigenaar te rennen want dat betekent feest!

Een goede hondenschool vinden is belangrijk. Het zou verstandig zijn als een hondeneigenaar gaat kijken bij diverse scholen, beoordeelt hoe wordt getraind en of de manier van trainen bij hem en de hond past. En natuurlijk of de manier van trainen volgens moderne inzichten gebeurt, hondvriendelijk, en natuurlijk ook baasvriendelijk. Trainen moet leuk zijn voor hond en baas!

Genoeg? Of niet?

Bijna elke dag zie ik het hondje zijn wandelingetje maken. Altijd hetzelfde rondje, altijd aan de lijn. Ondanks dat het bos 100 meter verderop is, komt hij er nooit. Zijn wandelweg bestaat uit asfalt en grasbermen, en duurt gemiddeld 10 minuten. Aan zijn primaire behoeften wordt voldaan, dat is waar. Maar is dat genoeg? Een hond heeft – behalve beweging – ook behoefte aan contact met soortgenoten, behoefte aan nieuwe wandelgebieden, en behoefte aan (mentale) uitdagingen.

Hij is beter af dan de honden waarmee vrijwel nooit wordt gewandeld. De honden die hun dagen vooral binnen en in de tuin doorbrengen. Die zelden ergens anders komen. Die zie ik helaas ook regelmatig. Uit onderzoek van de Hondenbescherming in 2009 is gebleken dat honden in Nederland te weinig bewegen. Meer dan de helft van de honden beweegt minder dan een uur en meer dan een op de vijf beweegt zelfs minder dan een half uur (in totaal!) op een doordeweekse dag. Dit kan leiden tot verveling, ongewenst gedrag en welzijnsproblemen voor de hond (bron: hondenbescherming.nl).

Ik vind het heerlijk om te wandelen met mijn honden. Ik doe allerlei trainingen met ze, en bedenk regelmatig leuke spelletjes tijdens het lopen. Toch vraag ik me wel eens af of ik ze genoeg bied. Hebben ze genoeg uitdaging? Zouden ze meer willen doen? Aan wie kan ik het beter vragen dan aan hen. Als ik dat doe, krijg ik geen reactie. Ze liggen diep te ronken.

Dilemma

Ik slik nog eens, en overwin mezelf. Mijn hond Odette zit netjes naast me. Ik trek de plastic handschoentjes aan die ik voor de zekerheid altijd bij me heb. En ik zeg ‘apport!’. Odette rent enthousiast weg om het te apporteren wild te gaan halen. In de hoop dat ze zal kiezen voor een dummy, heb ik er naast het (gelukkig) dode dier één laten leggen. Gelukkig is het dier dood. Het heeft er geen weet van dat er met hem wordt gegooid en gezeuld, en dat ie in allerlei hondenbekken belandt.

Odette heeft er zin in, en komt vrolijk terug rennen met t lijkje in haar bek. Mijn enthousiasme is minder… Ik ben trots op haar dat ze t doet, maar vind t ook heel moeilijk. Het blijft voor mij een dilemma: van mij hoeft trainen met wild absoluut niet, Odette vindt  t spannend maar ook heel leuk. Als hondenbaas die het plezier van de hond belangrijk vindt, worstel ik met mijn dilemma en gun ik haar het plezier.

Experiment

Ik doe een experiment met mijn honden. Ik hou niet van dierproeven, maar dit is een hondvriendelijke. Vandaag mogen de honden beslissen hoe we lopen, hoe hard we lopen, en of we uberhaupt wel lopen. En ik ben nieuwsgierig waarvoor ze kiezen.

Lisa is altijd heel druk met snuffelen, helemaal in nieuwe wandelgebieden. Ze is een nieuwsgierig type, en is graag op de hoogte van alle nieuwtjes. Daardoor blijft ze vaak achter, en de kans is dan groot dat ze me kwijt raakt. Normaalgesproken moet ik daarom steeds achterom kijken om haar in de gaten te houden. Vandaag loopt ze voor me, en kijkt zij steeds verbaasd achterom waar ík toch blijf.

Odette wandelt graag met de bal in haar bek. Ze raakt hem nooit kwijt, behalve als ze druk is met snuffelen. En dat is vandaag het geval. Ze heeft nu alle tijd om op zoek te gaan naar eetbare zaken, spoortjes te volgen en haar bal te vergeten. Alle struiken worden uitgebreid onderzocht, alle achtergelaten plasjes worden gecheckt, alle wortels worden uit de grond gegraven.

De honden zijn tevreden over het experiment. Aan zulke onderzoeken willen ze graag vaker deelnemen. De grootste uitdaging is voor mij. Ik ben gewend om door te lopen, en mijn honden volgen wel. Maar nu zijn de rollen omgekeerd: ik wacht op mijn honden. Het is lastig om niet te vervallen in mijn normale doorstaptempo. Lastig om af te wachten wat zij doen. Lastig om de regie van de wandeling uit handen te geven. In de pootjes van de honden.

Opgestaan is plaats vergaan

Ik lig in bed en kan niet slapen. Naast mij ligt vriendlief hard te snurken. Ik geef hem een por in de hoop dat hij stopt. Helaas, tevergeefs. Ook mijn hond Lisa ligt hard te ronken. Ik roep zachtjes haar naam om het snurken te laten ophouden. Ook dat is zonder resultaat. Het geluid dat de twee produceren is zo hard dat zelfs mijn oordopjes het niet kunnen tegenhouden.

Na een uur wakker te hebben gelegen, stap ik met een zucht uit bed en vertrek ik naar de logeerkamer. Echt lekker slapen lukt ook daar niet, niets is zo fijn als je eigen bed. ’s Morgens vroeg besluit ik om terug te gaan om het laatste uurtje van de nacht toch in mijn eigen bed door te brengen. Ik sluip zachtjes de slaapkamer in en wil in bed stappen. Net op tijd ontwaar ik twee zwarte silhouetten op bed. Beide honden hebben de kans gegrepen om naast de baas in bed te gaan liggen. Ze liggen alle drie heerlijk te slapen. Zij wel.

Met een zucht draai ik me om, en ga ik terug naar het logeerbed. Opgestaan is plaats vergaan.

Hondenbaan

Elke ochtend na de wandeling vertrekt Job naar zijn werk. Voor het hek van zijn huis kijkt hij de baas nog even aan, en rent dan weg. Om de hoek is het bejaardenhuis, en daar brengt hij zijn dagen door. Hij is gezelschapsheer, etensrestjesopruimhulp en bewaker van de tuin. In het bejaardenhuis wordt hij Willem genoemd. Het maakt Job niet uit, voor eten luistert hij naar elke naam.

Voorheen werd de baas gebeld dat Willem kon worden opgehaald, tegenwoordig wordt hij aan het einde van zijn werkdag buiten het hek gezet. Zodat hij zelf weer naar huis kan lopen.

Thuis hoeft hij zijn brokjes niet. Na een dag werken zit zijn maagje vol. Door zijn werk is hij tonnetje rond geworden en zijn adem ruikt niet zo best. De etensrestjes doen hem geen goed. Maar voor een leuke baan moet je iets over hebben!

Job is moe. Hij helpt als het nodig is nog wel mee aan het bewaken van zijn eigen huis, maar het liefste gaat hij slapen. Morgen weer een drukke dag!

Aandacht voor iedereen

Mijn werkkamer ligt vol met honden. Behalve mijn eigen twee lieve dames zijn er vandaag nog 5 honden. Een drukke boel, maar ook een hele gezellige. Ik probeer te werken, het advies voor een klant moet op papier worden gezet. Steeds als ik een zin heb getypt, komt er een hond een knuffel halen. Omstebeurt, ze wisselen elkaar handig af. Na een knuffel gaat de gelukkige weer liggen, waarna de volgende zich aandient. De Springer spaniel, met weinig rust in zijn lijf, komt steeds even vragen waarom ik de tuindeuren niet open doe. Hij zou het liefste de hele dag rondjes rennen in de tuin. De anderen liggen tevreden uit te rusten na de lange wandeling.

Natuurlijk ga ik regelmatig even de tuin in, zodat ze kunnen rennen, plassen en spelen. Ook dan moet de aandacht verdeeld worden met de bal gooien voor de één, trekspelletje doen met de ander en een knuffel geven aan de volgende. Elke hond vraagt op zijn eigen manier aandacht en heeft zijn eigen agenda. Voor de honden ben ik een ballengooimachine, knuffelapparaat en wandelende snoepjesautomaat.

Ik zit weer aan mijn bureau. De honden willen allemaal graag in de buurt liggen, liefst op mijn voeten. Ik heb te weinig voeten voor allemaal. Dat zou nog eens een mooie uitvinding zijn: extra voeten om op te liggen! Ook fijn als je als hondenbaas even koffie wil halen voor jezelf. Want aandacht voor jezelf schiet er wel eens bij in.

Maak de wandeling nog leuker!

Vaak sluipt het erin dat je elke dag hetzelfde rondje loopt met de hond. Het wordt saai voor je hond, maar ook voor jezelf! Hoe kun je nou de wandeling leuker maken? Hieronder staan een aantal tips.

1. Wissel van wandelgebied. Een hond vindt een nieuw gebied heel interessant: nieuwe geuren, nieuwe ontmoetingen en nieuwe ontdekkingen.

2. Wandel samen met een andere hond (mits zij het goed kunnen vinden met elkaar!).

3. Doe onderweg spelletjes. Verstop een speeltje, gooi beloningsbrokjes in het hoge gras of laat de hond de baas zoeken.

4. Maak gebruik van objecten onderweg, en laat je hond daar onderdoor, overheen of omheen lopen.

5. Doe tijdens de wandelingen gehoorzaamheidsoefeningen op een leuke manier: geef je hond een zit & blijf terwijl hij op een boomstam zit, laat hem hier komen en onderweg over een boomstam springen, geef het commando ‘vooruit’ waarbij hij zijn favoriete speeltje vindt.